Jodendom en Christendom
In deze paragraaf behandelen we het kenmerkend aspect:
de ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten.
Van alle volken die de Romeinen overwonnen hadden werd verwacht dat ze de Romeinse keizer als een god zouden vereren. Er was 1 volk dat dit weigerde te doen, dat waren de joden.
De geschiedenis van de Joden staat beschreven in hun heilige
boek de Tenach. Abraham is een belangrijk figuur voor de joden
omdat:
- Hij de eerste was die tot overtuiging kwam dat er maar 1 almachtige god was die
hemel en aarde, mensen en dieren had geschapen.
- Hij de nomade was die op aanwijzing van God terechtkwam in Kanaän.
Nadat de Joden jaren in slavernij hadden geleefd onder de farao van Egypte, kwam Mozes, die ze
bevrijdde en met ze mee trok naar Kanaän, op die tocht kreeg hij op de berg Sinai de 10 geboden, de joodse wetten die later ook voor christenen zouden gelden. Rond 1000 v.C. verenigden de joodse stammen zich in het koninkrijk Israël. Toen in 63 v.C. de Romeinen alles veroverden raakten de joden verstrooid over het hele rijk.
Volgens de Bijbel trok tussen 26 en 30 n.C. in Judea en Galilea een man rond die het opnam voor armen en ziekte. Zijn volgelingen waren overtuigd dat deze man, Jezus van Nazareth, de Messias
was.
( Messias=Christus in het Grieks). De joden erkenden dit niet en wachten nog steeds op hun Messias, dit is ook het moment dat het christendom ontstaat en zich losmaakt van het Jodendom.
de ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten.
Van alle volken die de Romeinen overwonnen hadden werd verwacht dat ze de Romeinse keizer als een god zouden vereren. Er was 1 volk dat dit weigerde te doen, dat waren de joden.
De geschiedenis van de Joden staat beschreven in hun heilige
boek de Tenach. Abraham is een belangrijk figuur voor de joden
omdat:
- Hij de eerste was die tot overtuiging kwam dat er maar 1 almachtige god was die
hemel en aarde, mensen en dieren had geschapen.
- Hij de nomade was die op aanwijzing van God terechtkwam in Kanaän.
Nadat de Joden jaren in slavernij hadden geleefd onder de farao van Egypte, kwam Mozes, die ze
bevrijdde en met ze mee trok naar Kanaän, op die tocht kreeg hij op de berg Sinai de 10 geboden, de joodse wetten die later ook voor christenen zouden gelden. Rond 1000 v.C. verenigden de joodse stammen zich in het koninkrijk Israël. Toen in 63 v.C. de Romeinen alles veroverden raakten de joden verstrooid over het hele rijk.
Volgens de Bijbel trok tussen 26 en 30 n.C. in Judea en Galilea een man rond die het opnam voor armen en ziekte. Zijn volgelingen waren overtuigd dat deze man, Jezus van Nazareth, de Messias
was.
( Messias=Christus in het Grieks). De joden erkenden dit niet en wachten nog steeds op hun Messias, dit is ook het moment dat het christendom ontstaat en zich losmaakt van het Jodendom.